Mindanao voor beginners
Reisverslag
van Rob Swinkels.
Deel 16.
Een poging tot een geschiedenis.
Om het conflict in Mindanao tussen de Moro Islamic Liberation Front (MILF) en de Filippijnse regering (Government of the Republic of the Philippines-GRP) beter te begrijpen is het noodzakelijk om terug te gaan naar de geschiedenis. Tot in de 14e eeuw waren de Filippijnse eilanden voornamelijk bevolkt door diverse animistische stammen/volken met elk hun eigen cultuur, geloof en grondgebied. Eind 13e eeuw doet de Islam haar intrede in de archipel
via handelscontacten met de Maleisische en Indonesische eilanden. Door
handel, huwelijken en missionarissen vestigen zich langzaam moslimgemeenschappen
in vooral ‘t zuiden van de Filippijnse archipel, die later uitgroeien
tot centrale bestuurscentra. In facto eigen staten, Sultanaten, met
name die van Sulu en Magindanao (in Mindanao). De Spaanse kolonisatie heeft diverse grootschalige gevolgen:
In 1898 verkoopt Spanje de Filippijnen inclusief de nooit bezette en nooit gekoloniseerde gebieden aan de VS, waarbij ze beiden voorbij gaan aan zowel het feit, dat de Filippijnse vrijheidstrijders in hun strijd tegen de Spaanse kolonisator de onafhankelijkheid van de Filippijnen uitgeroepen hadden, als het feit, dat onafhankelijke Sultanaten (Staten!) en vrije inheemse volkeren zo van eigenaar wisselden, terwijl ze nooit bezet zijn geweest!!! De Verenigde Staten gaan verder waar Spanje mee begonnen
was en bezetten heel de Filippijnen, ten koste van veel verzet en slachtoffers
onder de Filippino’s, moslims en inheemse bevolking.
Toen de Filippijnen in 1946 onafhankelijk werden nam de Filippijnse regering niet alleen klakkeloos de oude Spaanse en Amerikaanse wetten met betrekking tot landrechten over, maar werden deze zelfs verder geďnstitutionaliseerd. Verder werden door diverse grootschalige economische en infrastructurele projecten, de inmiddels grotendeels van de laagvlaktes verdreven Moro’s en Lumads, ook in het nauw gebracht in de heuvels en bergen door grootschalige houtkap, mijnbouw en elektriciteitsopwekkingprojecten. “In the end, after more than three centuries of relative freedom and stability during the Spanish period, many indigenous communities found themselves, in less than half a century of American rule and in even a shorter period of the Philippine Republic, rapidly displaced and permanently dispossessed-legally! Although the 1987 Charter claims to uphold and protect ancestral lands, Congress has yet to pass an enabling act to put the Constitutional intention into Effect. The last Congress failed to approve the Senate and House bills on ancestral lands.” De Lumads, bestaande uit diverse volkeren en clans
met veel onderlinge animositeit & vetes, zijn altijd veel verdeelder
geweest dan de Moro’s. Wat weer een reden is dat hun verzet altijd veel
versnipperder was, ze veelvuldig tegen elkaar uitgespeeld worden en
in verhouding ook veel zwaarder getroffen zijn. Nadat er bij de Filippijnse onafhankelijkheid in eerste instantie sprake was van een afwachtende houding, ontstonden er rond 1961 meer oproepen voor moslim onafhankelijkheid, resulterend in de Muslim Independence Movement (MIM) 1968. In de periode ’69-’72, voor de uitroeping van de noodtoestand, kwam het tot heftige gevechten, slachtpartijen tussen christenen en moslims, vooral in die gebieden waar politici, zowel christelijk als moslim zich nadrukkelijk manifesteerden, met natuurlijk weer voornamelijk burgers als slachtoffer. ‘The physical pattern of events showed the spread of the conflict, from North Cotabato to Lanao del Sur. From Cotabato to Lanao del Norte, and from Cotabato to Zamboanga del Sur. It did not overrun all the towns. As a matter of fact it was highly selective. It confined itself to those places with a significant proportion of Muslim and Christian populations, and those towns where rivalry between Muslim and Christian politicians was most intense. The general atmosphere of disorder opened plenty of room for bandits. Personal scores were settled. Military officers and men took their sides. Politicians secured themselves. The general masses, both Muslims and Christians were caught in the crossfire.” In 1972 laat het Moro National Liberation Front (MNLF)
ook voor ‘t eerst van zich horen door aanvallen op legerdoelen en tot
’76 zijn er dan grootschalige gevechten in de Moro provincies. Er zijn
geen cijfers over het aantal slachtoffers in de periode '69-’76, maar
de meeste schattingen lopen uiteen van: aantal doden 35.000-60.000,
aantal gewonden 31.000-54.000, aantal vluchtelingen 260.000-350.000.
Bron en citaten: The Minorization of the Indigenous Communities of Mindanao and the Sulu Archipelago, door prof. B.R.Rodil (Uit Vredesburo Nieuwsbrief 12 januari 2001)
|