Mindanao voor beginnersDe een zijn lood, de ander zijn brood

Reisverslag van Rob Swinkels.
winter 2000/2001
printable text

<vorig><terug><verder>

 

Deel 16.


Een poging tot een geschiedenis.

Om het conflict in Mindanao tussen de Moro Islamic Liberation Front (MILF) en de Filippijnse regering (Government of the Republic of the Philippines-GRP) beter te begrijpen is het noodzakelijk om terug te gaan naar de geschiedenis.

Tot in de 14e eeuw waren de Filippijnse eilanden voornamelijk bevolkt door diverse animistische stammen/volken met elk hun eigen cultuur, geloof en grondgebied.

Eind 13e eeuw doet de Islam haar intrede in de archipel via handelscontacten met de Maleisische en Indonesische eilanden. Door handel, huwelijken en missionarissen vestigen zich langzaam moslimgemeenschappen in vooral ‘t zuiden van de Filippijnse archipel, die later uitgroeien tot centrale bestuurscentra. In facto eigen staten, Sultanaten, met name die van Sulu en Magindanao (in Mindanao).
Tegen de tijd dat de Spanjaarden komen, in de 16e eeuw, en niet alleen voor ‘t gemaak de eilanden de Filippijnen noemen maar ook tot Spaans bezit verklaren, ondervinden ze vooral sterk verzet van de islamistische Sultanaten.

De Spaanse kolonisatie heeft diverse grootschalige gevolgen:

  1. door de kolonisatie en bekering van de diverse inheemse bevolkingsgroepen tot christenen, vernietigen ze de oude identiteit van de bevolking die in reactie op de Spaanse overheersing een vervanging vind in een gezamenlijke christelijke nationalistische Filippijnse identiteit.
  2. De inheemse bevolking, die de Spaanse overheersing weet te weerstaan, worden als wilden en heidenen geclassificeerd.
  3. Al het landoppervlak van de Filippijnen, ook van de niet bezette en niet gekolonialiseerde gebieden word tot eigendom van de Spaanse kroon verklaart. Ook de, nooit door Spanje, de VS en de Filippijnen als staat erkende, Sultanaten.
  4. Christelijken grondbezitters kunnen hun grondbezit laten registreren als privé bezit.

In 1898 verkoopt Spanje de Filippijnen inclusief de nooit bezette en nooit gekoloniseerde gebieden aan de VS, waarbij ze beiden voorbij gaan aan zowel het feit, dat de Filippijnse vrijheidstrijders in hun strijd tegen de Spaanse kolonisator de onafhankelijkheid van de Filippijnen uitgeroepen hadden, als het feit, dat onafhankelijke Sultanaten (Staten!) en vrije inheemse volkeren zo van eigenaar wisselden, terwijl ze nooit bezet zijn geweest!!!

De Verenigde Staten gaan verder waar Spanje mee begonnen was en bezetten heel de Filippijnen, ten koste van veel verzet en slachtoffers onder de Filippino’s, moslims en inheemse bevolking.
De Amerikaanse bezetting heeft als gevolg voor o.a. Mindanao:

  1. De veroveringsoorlog tegen de Filippino’s tot 1907 en tegen de Sultanaten tot 1916, gevolgd door vele moslim opstanden tot 1935.
  2. De diverse landsdelen worden geclassificeerd als christelijk & beschaafd of niet-christelijk & wilden.
  3. In de beschaafde gebieden worden normale provincies en gemeentes ingesteld en in de overige gebieden speciale (militaire) besturen.
  4. Het geven van land aan onderdanen door lokale Sultans, Datu’s en chiefs was nu illegaal. Al was dat gebruik sinds mensenheugenis, het land was nu van de (Amerikaanse) staat.
  5. De Land Registration Act van 1902, die registratie van land door privé-personen of -bedrijven mogelijk maakte, ging helemaal voorbij aan het:
    • A. het principe van gemeenschappelijk grondgebruik door de inheemse bevolking,
    • B. het besef van de inheemse bevolking, dat er zoiets kon bestaan als grondregistratie, zeker als al je buren weten, dat je volk daar al sinds mensenheugenis verblijft.
  6. In 1919 werd een nieuwe wet aangenomen, die inhield, dat christenen 24 hectares mochten bezitten en niet-christenen slechts 10 hectares, waarbij ze verder nog aan talloze restricties gebonden waren.
  7. In 1936 werd dit terug geschroefd naar christenen 16 hectares en niet-christenen 4 hectares.
  8. Niet alleen werden de niet-christenen zo krakers op eigen land. Als ze woonden in, voor kolonisatie opengestelde, provincies zagen ze zich ook verdreven worden door christelijke kolonisten en bedrijven.
  9. Tijdens de Amerikaanse bezetting vond de grootste volksverhuizing plaats van immigranten vanuit Luzon en de Visayans naar Mindanao.
  10. De Inheemse bevolkingsgroepen, Moro’s (moslims) en Lumads (de overige inheemse bevolkingsgroepen op Mindanao), die tot dan toe succesvol tegen de Spaanse Kolonisator gestreden hadden, werden nu tot gemarginaliseerde minderheden in hun eigen land.

Toen de Filippijnen in 1946 onafhankelijk werden nam de Filippijnse regering niet alleen klakkeloos de oude Spaanse en Amerikaanse wetten met betrekking tot landrechten over, maar werden deze zelfs verder geďnstitutionaliseerd. Verder werden door diverse grootschalige economische en infrastructurele projecten, de inmiddels grotendeels van de laagvlaktes verdreven Moro’s en Lumads, ook in het nauw gebracht in de heuvels en bergen door grootschalige houtkap, mijnbouw en elektriciteitsopwekkingprojecten.

“In the end, after more than three centuries of relative freedom and stability during the Spanish period, many indigenous communities found themselves, in less than half a century of American rule and in even a shorter period of the Philippine Republic, rapidly displaced and permanently dispossessed-legally! Although the 1987 Charter claims to uphold and protect ancestral lands, Congress has yet to pass an enabling act to put the Constitutional intention into Effect. The last Congress failed to approve the Senate and House bills on ancestral lands.”

De Lumads, bestaande uit diverse volkeren en clans met veel onderlinge animositeit & vetes, zijn altijd veel verdeelder geweest dan de Moro’s. Wat weer een reden is dat hun verzet altijd veel versnipperder was, ze veelvuldig tegen elkaar uitgespeeld worden en in verhouding ook veel zwaarder getroffen zijn.
De Moro’s, ook bestaand uit diverse volkeren met even zo vele clanvetes en andere strubbelingen hebben toch het voordeel van een gemeenschappelijk geloof en centraal bestuur wat hun positie en verzet altijd een stuk krachtiger maakt.

Nadat er bij de Filippijnse onafhankelijkheid in eerste instantie sprake was van een afwachtende houding, ontstonden er rond 1961 meer oproepen voor moslim onafhankelijkheid, resulterend in de Muslim Independence Movement (MIM) 1968.

In de periode ’69-’72, voor de uitroeping van de noodtoestand, kwam het tot heftige gevechten, slachtpartijen tussen christenen en moslims, vooral in die gebieden waar politici, zowel christelijk als moslim zich nadrukkelijk manifesteerden, met natuurlijk weer voornamelijk burgers als slachtoffer.

‘The physical pattern of events showed the spread of the conflict, from North Cotabato to Lanao del Sur. From Cotabato to Lanao del Norte, and from Cotabato to Zamboanga del Sur. It did not overrun all the towns. As a matter of fact it was highly selective. It confined itself to those places with a significant proportion of Muslim and Christian populations, and those towns where rivalry between Muslim and Christian politicians was most intense. The general atmosphere of disorder opened plenty of room for bandits. Personal scores were settled. Military officers and men took their sides. Politicians secured themselves. The general masses, both Muslims and Christians were caught in the crossfire.”

In 1972 laat het Moro National Liberation Front (MNLF) ook voor ‘t eerst van zich horen door aanvallen op legerdoelen en tot ’76 zijn er dan grootschalige gevechten in de Moro provincies. Er zijn geen cijfers over het aantal slachtoffers in de periode '69-’76, maar de meeste schattingen lopen uiteen van: aantal doden 35.000-60.000, aantal gewonden 31.000-54.000, aantal vluchtelingen 260.000-350.000.
In 1975 vinden de eerste onderhandelingen plaats tussen de GRP en MNLF, uiteindelijk resulterend in het Tripoli-akkoord van 1976, waarin er op papier overeenstemming ontstaat over een autonome regio in 13 provincies in het zuiden van de Filippijnen. Omdat beide partijen dit anders interpreteren, bleef dit een papieren afspraak al nam het geweld in grootschaligheid beduidend af.
In 1987 werd de Filippijnse Constitutie aangepast, zodat er de mogelijkheid ontstond om tot daadwerkelijke autonome gebieden te komen, maar wederom verwierp de MNLF de voorwaarden.

Bron en citaten: The Minorization of the Indigenous Communities of Mindanao and the Sulu Archipelago, door prof. B.R.Rodil

(Uit Vredesburo Nieuwsbrief 12 januari 2001)