Mindanao voor beginnersVluchtelingen hebben hun onderkomens gebouwd in een sporthal - Marawi City

Reisverslag van Rob Swinkels.
winter 2000/2001
printable text

<vorig><terug><verder>

 

Deel 8.


Vluchtelingen.

Begin december waren we in de gelegenheid om enkele vluchtelingenkampen in Marawi te bezoeken en dat was weer een vrij schokkende ervaring. Niet alleen vanwege de omstandigheden waarin deze mensen zich bevinden, maar vooral de uitzichtloosheid van hun situatie.
In totaal bezoeken we 3 kampen. 2 daarvan bevinden zich op scholen, de National Highschool en Amai Pakpak Central Elementary School. De situatie daar laat een sterk contrasterend beeld zien van spelende kinderen in frisse schooluniformen met in een hoek van ‘t terrein de vluchtelingen, samengepakt in een stuk of 10 klaslokalen. Het 3e kamp, dat we bezochten, was in een sporthal achter het nagenoeg lege provinciehuis (volgens de verhalen in Marawi kan je zien, wanneer het betaaldag is in de lokale overheidskantoren aan de hoeveelheid mensen, die dan wel aanwezig zijn). De vloer van de sporthal is volgebouwd met hutjes van hout en plastic, waarin de vluchtelingen huizen.
In totaal zijn er in de omgeving van Marawi zo’n 10 kampen met gemiddeld zo’n 300 (moslim)vluchtelingen elk, waarvan de meesten er al 3/4 jaar zitten. Ook wonen veel vluchtelingen bij familie in de omgeving.
De situatie en de vooruitzichten van de mensen in de kampen is allerberoerdst. In het begin van het conflict was er relatief veel aandacht voor hen van zowel de kant van de nationale en lokale overheid, Internationale organisaties (VN, etc.), als van veel lokale NGO’s.
In de loop van ‘t jaar is de aandacht behoorlijk bekoeld. Nu is de situatie zo dat er nog een karig overheidsprogramma loopt met minimale voedselvoorzieningen en medische voorzieningen en enkele lokale NGO’s zonder coördinatie sporadisch een medisch programma draaien. Veel geld en hulp is verdwenen in de mateloze corruptie van zowel de nationale overheid als de lokale ARMM-bestuurders.
Er is niet alleen gebrek aan voeding, medische zorg, onderwijs en activiteiten. Het fundamentele probleem, dat de mensen desperaat maakt, is de onzekerheid of ze ooit hun oude bestaan weer op kunnen pakken. Hun huizen en bezittingen zijn weg. Ze kunnen, door de onveilige situatie in hun voormalige woongebieden, vooral rond Munai en Kauswagan, niet terug. De (financiële) mogelijkheden om ergens anders opnieuw te beginnen ontbreken en de kampen hebben een onzekere toekomst. De sporthal moet in februari leeg zijn i.v.m. een daar te houden verkiezingscircus en de scholen willen binnen afzienbare tijd hun klaslokalen ook terug. Nieuwe locaties voor de vluchtelingen zijn er niet.
De regering zegt geen verantwoordelijkheid te dragen. De oorlog is voorbij de gebieden zijn veilig, ‘t leger is er tenslotte aanwezig, de vluchtelingen kunnen dus terug (misschien dat ze juist bang zijn voor dat leger). De MILF dringt er bij de vluchtelingen op aan niet terug te keren, omdat het hun veiligheid ook niet kan garanderen (omdat het MILF daar operaties uitvoert met alle gevolgen van dien).

Doordat de MILF aan de ene kant en anderzijds het leger en de CAFGU’s in die regio actief blijven, maken ze zo de vluchtelingen tot speelbal van het conflict. Beiden partijen ontkennen verantwoordelijkheid, maar geven minimale hulp om zich van hun goede kant te laten zien.

Om de regio tot een peacezone uit te roepen en alle gewapende groepen zodoende uit het gebied te verwijderen, lijkt een gemakkelijke oplossing, ware ‘t niet dat juist deze regio één van de bakermatten van het conflict is. De strijd hier gaat terug tot de jaren ’70, ten tijde van de noodtoestand. Hier is sinds die tijd gevochten tussen moslims en kolonisten, MN, MILF, leger en paramilitairen. De MILF (moslims) zijn niet bereid dit gebied op te geven. Het is het actieterrein van een plaatselijk vrij bekende en populaire/beruchte MILF commandant (Bravo).
De kolonisten beschouwen zich ook als legale bewoners en lokale christelijke politici gooien van hun kant ook olie op het vuur.

De vluchtelingen willen maar al te graag terug, maar dan begrijpelijkerwijs wel onder andere omstandigheden. Eerst vrede, teruggave van hun grondgebieden en compensatie voor het verlies van hun huizen, bezittingen en verloren oogsten. Voordat aan die eisen voldaan kan worden is er echter nog een lange weg te gaan. In de tussentijd heeft een deel van de vluchtelingen zich aangesloten bij het MILF.

(2 weken later ben ik weer in Marawi. Salic Ibrahim is net terug van een Internationale Noodhulporganisaties vergadering in Davao over de situatie in de kampen. Behalve dat er over gesproken is, zijn er geen nieuwe afspraken gemaakt. Zoiets heeft tijd nodig. Ondertussen was er ook een brand in het vluchtelingenkamp op de National Highschool, waarbij enkele lokalen waar vluchtelingen gehuisvest zaten zwaar beschadigd zijn. De vluchtelingen zitten er nog steeds. Waar kunnen ze heen?)

(uit Vredesburo Nieuwsbrief 12 januari 2001)