Mindanao voor beginners
Reisverslag
van Rob Swinkels.
Deel 13. In de ogen van menig Filippino en Nederlander is
Mindanao geen plek om heen te gaan. Het militaire conflict tussen
de MILF en het leger, de kidnappingen van toeristen, Abu Sayyaf-terroristen,
communistische rebellen, noem ’t maar op, Mindanao heeft ’t, althans,
word er op aangekeken. Toeristen mijden Mindanao dan ook als de pest
net als de Filippijnse overheid trouwens die er liever fondsen haalt
dan brengt. Kom je desondanks toch op Mindanao dan is de standaard
vraag die je op straat steeds gesteld word of je niet bang bent voor
de moslims en/of om ontvoerd te worden. Tegelijkertijd word daar dan
aan toegevoegd dat ’t op zich allemaal wel meevalt op Mindanao zolang
je je beperkt tot de “beschaafde” christelijke gebieden maar ga onder
geen beding naar moslimgebieden want daar ben je je leven niet zeker.
Het zijn uiteraard christenen die je dit vertellen. Om een conflict, een land, een situatie beter te
begrijpen is ’t altijd verstandig om naar meer dan één mening te luisteren.
Waar beter om er achter te komen wat voor stad Marawi precies is dan
in Marawi zelf? Dat het een gevaarlijke stad is word door weinig mensen
ontkent. Alleen wat er zo gevaarlijk is aan Marawi, daar verschillen
de meningen erg over. Het lijkt mij tenslotte sterk dat iedereen in
die stad de hele dag op de loer ligt, klaar om argeloze toeristen
en christenen te ontvoeren, op te eten, of erger. Voor we er heen
gaan lijkt het mij dan ook slim om met mensen te praten die er wonen
of werken voor een iets genuanceerdere menig.
In Iligan, +/- 30 kilometer van Marawi, zijn die
mensen zo gevonden en de afspraken zo gemaakt. Volgens Joost, die
bijna elke dag naar Marawi rijd voor zijn werk valt ’t allemaal hartstikke
mee. Ja, er zijn veel ontvoeringen in en rond de stad maar die gaan
vooral om lokale politieke meningsverschillen of puur crimineel, voor
geld en dan zijn de lokale bigshots ook de interessante doelwitten.
Ja, regelmatig word er flink geknald in de stad maar dat gaat dan
om een “Rido” (bloedvete) die weer eens uitgevochten word. Het enige
gevaar daarbij is dat je toevallig op het verkeerde moment op de verkeerde
plek zou zijn maar gelukkig zet de politie tegenwoordig als er weer
een rido uitgevochten word de omliggende straten af zodat er geen
argeloze voorbijgangers tussen kunnen wandelen. Ingrijpen in een rido
doet de politie niet, voor je het weet ben je partij in de vete en
helemaal jarig. Het 1e bezoek is niet zozeer aan Marawi als wel aan
diverse NGO’s rond Joost zijn werkterrein. We komen in aanraking met
de vetes tussen de NGO’s en in contact met Pinky Hadji Ali. Met haar
praten we over de MNLF en aanvankelijk houd ze het nog objectief en
voorzichtig maar al snel geeft ze blijk van een hoge mate van desillusie
in de activiteiten van de MNLF. De goodwill en het vertrouwen dat
deze organisatie ooit had bij de achterban, het is allemaal om zeep.
Enerzijds omdat de MNLF de idealen waar het voor stond (een onafhankelijke
Moslim staat) niet kon verwezenlijken, anderzijds doordat de organisatie
uiteindelijk zijn toevlucht zocht in het besturen van de door de nationale
regering op gezette, doekje voor het bloeden, de autonome regio (ARMM)
en zich daarbij bijkans nog corrupter toonde dan die nationale overheid.
Pinky is duidelijk gedesillusioneerd en moegestreden. Al die jaren
van vechten en ijveren voor de MNLF en dan zo verraden worden zijn
teveel voor haar geweest. Dat zie je op zich wel bij meer mensen die
Marcos nog meegemaakt hebben en de hoop in een betere toekomst na
de 1e EDSA. Met Pinky en Loloy gaan we ook de vluchtelingen kampen
langs en dan blijkt hoe Marawi bezocht word. Vanuit een auto. Veiligheid
boven alles. Deels is het bezorgdheid dat ons te voet op straat iets
kan overkomen (beter uit het zicht in een auto), deels heeft het ook
wel met de Maranao adoratie voor auto’s te maken (als je uitgaat op
de vele maranao-auto-moppen). Met Salic bezoek ik uiteindelijk echt de stad en
hij voert me langs alle bezienswaardigheden. Uiteraard vanuit de auto.
In de file over de enige resterende brug (de 2e brug heeft het enkele
maanden terug begeven) de stad in. Langs zwaar bewapende militairen.
“Nee, dat is gewoon politie”. Oh, langs zwaar bewapende politie. Zijn
dat nu christenen of moslims? “Kan allebei”. En als ze moslim zijn
dan zijn het (ex-)MNLF manschappen? “Ja, dat kan. Maar ’t kunnen ook
MILF infiltranten of ‘burgers’ zijn, alles is mogelijk”. Oh. Met Salic en Achmed ‘Che Guevarra’, voormalig militair
instructeur en provinciaal commandant van de MNLF, nu ijverend voor
de vrede bij Peace Advocates Ranao (PAR), gaan we op bezoek bij de
MILF-woordvoerder voor Lanao del Norte, Hadji Abdul Rahman Macaapon;
een van de oprichters van de MILF en broer van de bekende/beruchte
commandant ‘Bravo’ die nog steeds actief is in Lanao del Norte. Hadji
Abdul Rahman Macaapon zit hier in vrijwillig ballingschap en gaat
pas terug naar Lanao del Norte als er vrede is. Hij verteld mij de
officiële MILF standpunten en voorwaarden voor vrede nog eens. Het
leger heeft sinds 17 november (2000) een eenzijdig staakt het vuren
uit geroepen. De MILF kon dat niet beantwoorden omdat men de Jihad
uitgeroepen had, die herroep je niet zo maar even maar de oplossing
is gevonden door ‘slechts defensieve’ acties uit te voeren. Dat wil
natuurlijk van beide kanten niet zeggen dat er niet af en toe ‘incidenten’
plaatsvinden. Hadji benadrukt ook nog eens dat de MILF geloofd in
een vreedzame oplossing en graag wil onderhandelen. Met de huidige
(Estrada) regering valt er echter weinig te onderhandelen dus wacht
men op de volgende. Als eind januari 2001 Gloria Macapagal-Arroyo
’t roer over mag nemen worden die onderhandelingen ook weer hervat. Die avond bij Salic en zijn vrouw Sinab thuis, wat
tevens ook als kantoor van diverse organisaties dienst doet, word
er eerst gegeten. De gemiddelde Filippijn is constant met eten bezig.
Van ontbijt via snack naar lunch naar snack naar diner naar snack.
Als je ergens binnenkomt is de eerste opmerking, nog bijna voor een
hallo; ‘heb je al gegeten?’. Een bevestigend antwoord word vervolgens
genegeerd en je krijgt hoe dan ook te eten. Sinds onze aankomst op Mindanao eind november merkte
we dat de jeugd hier, net als in Nederland in november al begint met
het knallen met vuurwerk. De eerste dagen dachten we nog dat er links
en rechts geschoten werd (het was hier tenslotte gevaarlijk en iedereen
heeft guns). Lachend wezen mensen ons erop dat dit gewoon kinderen
met vuurwerk waren. |